Vorig jaar stond de Annendaalloop al op de planning. Door mijn blessure heb ik hem niet kunnen lopen. Dit jaar kan ik wel van start gaan. Na de halve marathon in oktober heb ik goed door kunnen trainen. Ik voel me beter voorbereid dan ooit en heb me de laatste week goed ingehouden.

De frikandellen op de verjaardag gisteren zijn niet bepaald rennersvoedsel. Het is mij opgevallen dat ik meestal een halve marathon ren nadat ik de dag van tevoren een feestje heb gehad. If it isn’t broke don’t fix it.

Irma gaat van start op de 10 km samen met Guus. Doordat ik sta te vertellen met andere lopers, raak ik ze al kwijt bij de start. Jammer, maar iedereen moet zijn eigen wedstrijd lopen. Ze zullen toch eerder finishen, omdat ik twee rondes moet lopen.

Ik heb gehoord dat het erg winderig kan zijn tijdens de loop. In het begin probeer ik in een groepje te lopen om er minder last van te hebben. Na ongeveer 5 km neem ik de kop over om ook eens tegen de wind in te bikkelen. Mijn tempo is rustig en constant.

Een aantal verkeersregelaars geef ik een high-five. Bij het passeren van de start voor ronde twee kom ik met armen omhoog langs. “Je moet nog een ronde” klinkt er door de speakers. En dan wordt ik ingehaald. De techniek van de passant herinnert mij eraan om te controleren of ik nog goed loop; ik moet iets meer voorover.

De tweede rond begin ik te versnellen. Iedere kilometer gaat sneller, maar niet moeilijker. Ik haal mensen in die het moeilijk hebben. Mijn hartslag wisselt naar zone 4 en terug naar 3, zou ik een PR kunnen lopen?

In de laatste bocht word ik herkend door de verkeersregelaar die ik de ronde ervoor een high-five gaf. De eindsprint naar de finish zet ik in. Ik kijk op de klok en kan het niet geloven. Eenmaal over de finish staat de klok op 1:42:15. Een nieuwe PR na een jaar van herstel is de kroon op mijn training.

Oh ja, Irma en Guus lopen ook heel goed. Een PR voor Irma van 1:13:34. Guus loopt dezelfde tijd. Wat een feest op een zondag in januari.